DE DRIE GEBOORTEKAARTZONDES

Het is geloof ik zover: opeens is mijn hele omgeving zwanger, val ik op feestjes in gesprekken over Bugaboo’s, prijkt er op de dranktafel Jip & Janneke champagne en regent het babykaartjes.

Zelf ben ik nog helemaal niet bezig met kinderen, dus de meeste tijd voel ik me een geïnteresseerde doch ietwat onhandige buitenstaander, zo’n goedbedoelende oma die voor het eerst over jumpstyle leert (“en bij een Bugaboo Bee Denim Convertible krijg je dus een gratis voetenzak, zo zo… En wat is een voetenzak precies?”) Wat ik echter nog steeds niet helemaal begrijp: de meeste babykaartjes. 

Het is een opvallend gegeven dat zelfs de meest nuchtere en zakelijke types als het om geboortekaartjes gaat plots veranderen in smeltende hoopjes mens. Alle remmingen worden overboord gegooid – op een babykaartje kan álles. En als ik zeg ‘alles’, bedoel ik voornamelijk de drie geboortekaartzondes:

1. Het gebruik van een wonderlijk perspectief. Waarom worden babykaartjes zo vaak vanuit het gezichtspunt van de baby zelf verteld? “Het was een lange reis, maar hier ben ik dan! Koud is het hoor! Gelukkig zijn daar papa en mama’s warme armen!” Het geeft mij altijd het gevoel dat het hier meer gaat om een muppet dan een mens: een soort pop die spreekt met de stem van anderen. Die gemaakte babytoon is ook zo ridicuul (je leest nooit eens “Volstrekt onaangename expeditie achter de rug. Uiterst oncomfortabel. Enfin, en wie mag dit rapalje dan wel zijn?”) Ook veel gelezen: het broertje of zusje aan het woord. “Ik ben zo blij, ik heb een lief klein zusje gekregen!” Dit is weer duidelijk bedacht door de ouders, want volgens mij zijn er maar weinig kinderen écht blij met de komst van een baby. Het is er opeens, het huilt, het slokt alle aandacht op en krijgt cadeautjes zonder duidelijke reden. Toen ik een broertje kreeg, heb ik uit jaloezie een baby op de crèche gebeten. Gewoon, een willekeurige baby.

2. Geboorte een ‘wonder’ noemen. Ik ben niet compleet op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op mirakelgebied, maar iets dat al eeuwenlang om de haverklap gebeurt een wonder noemen begrijp ik gewoon niet helemaal.

3. Alles laten rijmen. Zodra het een tekst is op een geboortekaartje, moet het om onduidelijke redenen lijken op een krukkig Sinterklaasgedicht. Niet alleen de babyaankondiging zelf (“iedereen mag het horen, vandaag is ons kindje geboren”), ook de andere mededelingen ontkomen er niet aan. “Wil je even bellen voordat je je voor komt stellen?” “Bezoek vinden we fijn, maar dan wel op ons kraamfestijn.” “Wil je mijn oogjes zien twinkelen, laat dan de telefoon even rinkelen” (dubbele zonde!) 

En dan zijn er ook nog deze dingen: ‘onze liefde heeft handjes en voetjes gekregen’ (ieuw), ‘zo klein, zo lief, zo mooi, zo van ons!’ (oké rustig maar niemand gaat ‘m afpakken), ‘welkom kleine donder, jij bent ons eerste wonder’ (ambitieus) en ‘nu ik er eenmaal ben, is iedereen gelukkig die ik ken’ (wat?)

Wat is er mis met gewoon: ‘hoera, een baby’? Zo zie je maar: verliefdheid is desastreus voor het gezond verstand.