Als ik Renske eindelijk tref, geef ik haar een hand en twijfel of ik een opmerking zal maken over haar opvallende lengte – ze is zo lang dat ze me bijna in de ogen kan kijken.
Geef je graag interviews?
Jawel hoor, maar het blijft raar. Je probeert jezelf altijd zo goed mogelijk uit te leggen en als je het vervolgens terugleest denk je: ‘Wie is toch dat kattenvrouwtje’? Het voelt soms wat… schizofreen.
Gewoon jezelf zijn.
Een heel vriendelijk advies, bedankt. Maar hoe vaak tijdschriften dat ook roepen, ik geloof denk ik nog eerder in slakkencrème of de G-spot.
Misschien kunnen we beginnen met wat keuzes. Om er een beetje in te komen.
Ehm. Oké.
Goed: zomer of winter.
Zomer, dan.
Jazz of reggeaton.
Reggeaton.
Stel je voor dat je de rest van je leven op een tropisch eiland moet wonen met een man die half vis/half mens is. Wil je dan liever dat zijn bovenste helft vis is, of de onderste?
Ehm… De onderste?
Wil je liever dat Papoea-Nieuw-Guinea onder water verdwijnt of dat alle reuzenpanda’s in de fik vliegen?
Wat is dit voor… Nou ja, dan kies ik voor Papoea-Nieuw-Guinea.
Dat het onder water moet verdwijnen?
Nee, dat het blijft natuurlijk!
Heb je soms iets tegen reuzenpanda’s?
Behalve dan dat ze wel eens wat meer sexy time zouden mogen hebben?
Jij houdt van knuffelige dingen hè? Ik lees in je columns altijd wel iets over een galopperende eenhoorn of een langharige zeeotter. Zou je niet eigenlijk bij de Penny moeten werken?
Nou – ik hou van het contrast. Als een wit konijntje plotseling kwaadaardig blijkt te zijn. Dat gevangenen in een maximaal bewaakte gevangenis in Zuid-Amerika uiteindelijk een kat hebben gebruikt om hun ijzervijl naar binnen te smokkelen. Dat mensen de fantasie hebben om gezichten te zien in zoiets saais als een stopcontact of een jashaakje. Ik hou van het onverwachte, het bizarre. Er wordt soms een beetje lacherig gedaan over science-fiction of fantasy, sprookjes met een handvol vuurspuwende draken en ET. Maar in onze fantasie verraden we onze angsten en verlangens. Juist onze voorstellingen van wat níét bestaat, geven goed weer wat ons bezig houdt.
Kan je niet beter gewoon heel vaak schrijven dat de NS een lul is? Dat vinden mensen leuk.
Als het op een originele manier wordt opgeschreven, hou ik ervan. Maar ik vind het een misvatting dat iets vanzelf interessant wordt als het maar uit een stellige mening bestaat – gefundeerd of niet. Het moet een rake observatie zijn, of de grappige of ontroerende kant van iets tonen. Misschien vinden veel mensen het geruststellend om te denken dat iemand anders het wél weet. Zelf voel ik juist vaak onrust door het oerwoud van zoveel stellige, snelle, zichzelf steeds herhalende meningen. Dat was ook zo fijn van op reis zijn.
O ja, je bent net terug van een reis van zeven maanden.
Klopt, leuk dat je ernaar vraagt.
Dat is feitelijk nog niet aan de hand.
Ook waar.
Reisverhalen zijn een beetje als dromen: degene die ze heeft beleefd, wil niets liever dan erover vertellen, terwijl er voor de luisteraar eigenlijk niet zoveel aan is. Behalve natuurlijk als je bent beroofd of ontvoerd of als er een visje je plasbuis in is gezwommen. Is er een visje je plasbuis in gezwommen?
Volgens mij woont er vooralsnog geen visje in mijn plasbuis.
Dat bedoel ik, dan heb je natuurlijk alleen maar verhalen over nachtelijk skinnydippen tussen de lichtgevende algen en indrukwekkende wandeltochten over dichtgegroeide junglepaden en tandeloze mannetjes die je de mooiste en diepzinnigste wijsheden vertelden, als je tenminste hun bijna uitgestorven kliktaal had verstaan.
Mag ik de volgende keer gewoon weer een andere interviewer? Waar is Marcel van Roosmalen? Marcel!
Oké, oké, vertel maar over je reis dan. Waarom hou je zo van reizen?
Omdat je je in een nieuw land kan verwonderen. Details vallen je weer op. Je ziet mannen onder een boom bordspellen spelen met kroonkurken in plaats van pionnen, je ziet straatbarbecues waar geroosterde cavia’s op liggen, straathonden die alleen blijken te blaffen naar de mensen die onder invloed zijn van een goedkope cocaïne-achtige drug die bazuco heet. En omdat je alles vergelijkt met Nederland, kijk je ook weer op een andere manier naar je eigen omgeving.
En het is natuurlijk de uitgelezen kans om je verzameling opgezette dieren uit te breiden.
Ik heb geen idee waar je het over hebt. En hou op met staren naar mijn lamafoetus.
Kom je veel mensen tegen die zichzelf zoeken, daar in het buitenland?
Jazeker, de hippies, de vrijwilligers, de spring breakers en de soul searchers – ze zijn er allemaal. Het interessante is dat iedereen zich los van zijn normale leven voelt: de meesten zijn maanden weg, hebben hun werk opgezegd, zijn net afgestudeerd en niemand heeft familie of vrienden in de buurt. Maar in plaats van een los zooitje zonderlingen ontstaat er een duidelijke identiteit, een groep, een subcultuur: de Backpackers. Iedereen ziet er hetzelfde uit, iedereen doet hetzelfde, iedereen eet dezelfde geroosterde cavia. Drie landen verder kom je nog steeds dezelfde mensen tegen. Een ongeregistreerde club van backpackers met dure Havaianas slippers, een Lonely Planet en een bucketlist.
Ah, de bucketlist! De ervaringsjagende confetti-generatie in één woord gevangen.
Ik vind een bucketlist nogal Veruca Salt. Alsof verlangens er zijn om weg te strepen op een To Do lijstje.
Wat ga je eigenlijk nu doen? Je hebt vast heel veel aan zielsverrijkende zelfreflectie gedaan, daar op reis. Tijdens je yoga.
Ik ga weer aan de slag voor NRC. Columns, reportages, misschien iets anders. En ik ben begonnen aan een nieuwe roman.
Nee, nee, nee, dit wordt niet zo’n interview waar je aan het eind nog even de tijd krijgt om je boek te pluggen, daar organiseer je maar een leuke ludieke stickeractie voor ofzo.
O. Oké.
Volgens mij zijn we wel klaar. En? Was dit een interview waarin het je wel lukte om jezelf te zijn?
Nou ja. Het was in ieder geval fijn dat ik het hele interview lang naakt kon zijn.
Insgelijks. Heel bevrijdend. Zullen we nu een mozzarellapizza bestellen?
Is goed. Jij betaalt.